Hoe ik 25 kilo jonger werd
Geniet
Geniet van het leven, zei mijn dispuutsvriend Jan, vlak voordat hij veel te jong (53) overleed. Ik wist wat me te doen stond, en meldde me nog voor zijn begrafenis bij de huisarts, die me doorverwees naar diëtiste Simone Temming. Waarom een diëtiste? Ieder zijn eigen manier. Ik ben erg connected, weet mijn weg te vinden in de informatie-overload, maar vind het moeilijk om door de bomen het bos te zien in de eet-dieet-en-voedingsadviezen. Ze vliegen je om de oren, de ene expert spreekt de ander glashard tegen en daar word ik niet blij van. En ik ben er niet mee geholpen ook.
BMI bijna 30
Ik doe dingen niet graag half, zeker afvallen niet, dus het leek mij een hele logische stap om een diëtist in te schakelen. Als je dat via de huisarts doet, is het ook nog (deels) vergoed, mits je enige medische indicatie hebt. En die had ik blijkbaar. Maar eigenlijk boeide het me weinig meer of het vergoed werd. Simone, de diëtiste, vroeg voor onze eerste afspraak of ik mijn eetpatroon een weekje wilde bijhouden. Het was heus niet zo extreem, maar ik at wel te veel. En als ik zo doorging, werd ik elk jaar 2 tot 3 kilo zwaarder, was haar stelling. Mijn lengte en gewicht vielen ruim in de categorie ‘overgewicht’, met een BMI van 29,7.
Niemand is echt slank
Ik ben 1.78 en woog 94 kilo en een beetje. Was ik dik? Nee, dat vond ik niet. En kreeg ik dat weleens te horen in mijn omgeving? Nee, ook dat niet. Om mij heen is niemand, of bijna niemand, echt slank. Moet dat dan?
Niks moet, je bepaalt het helemaal zelf, maar het is een stuk gezonder en je wordt er fitter oud mee.
Wanneer ontstond bij mij eigenlijk de gemakzucht in de omgang met mijn eigen lijf? Hoe was de gewoonte ontstaan om te veel te eten?
Zonder calorieën te tellen
Diëtiste Simone heeft me fantastisch geholpen, ze vertelde me een aantal nuttige feiten, die ik me herinnerde op moeilijke momenten. En vooral: ze was streng, maar heeft het me ook makkelijk gemaakt. Niks calorieën tellen, weg met de foodhypes, ze noemde het niet eens een dieet. ‘Je gaat een beetje anders eten, en een stuk minder’, zei ze. Hoe moeilijker je het jezelf maakt om af te vallen, hoe makkelijker het is om de handdoek in de ring te gooien, geloof ik. De enige moeilijkheid moet je eigen discipline zijn. En dat is natuurlijk al lastig genoeg.
De helft eten
Iemand schamperde: een diëtiste die adviseert de helft te eten, heeft haar geld snel verdiend. Het was iets genuanceerder (welke helft eet je dan, wanneer eet je), maar kortweg kwam het daar wel op neer. Haar manier zal vast niet voor iedereen werken, maar ik had er erg veel aan dat ik haar elke drie weken even kon opzoeken. Bij haar en alleen bij haar stond ik op de weegschaal. Dat voelde elke keer als een examen: was ik geslaagd, viel ik (voldoende) af? Door heel goed haar A-4 tje te volgen met voedingsrichtlijnen, bleek dat elke keer weer prima te zijn gelukt. In die zin was ik denk ik een goede patiënt: ik heb zonder ook maar 1 keer af te wijken, gedaan wat ik met mezelf (en Simone) had afgesproken. Consequent. Altijd.