Ik weet het nog goed. Het barbecueseizoen was aangebroken, onze eerste zomer in Haarlem (met Kerst waren we uit Amsterdam verhuisd) stond voor de deur. En ik had besloten drastisch te gaan afvallen. Niet om een perfect lijf te krijgen voor het strand, al stond die zwemband van vet rond mijn middel me al langer tegen, maar voor mijn eigen gezondheid. Beter slapen, me fitter voelen: dat!

Ik zat op een wortel te knagen

Ik zie mezelf nog zitten, op een warme dag in mei, aan de Oosterplas in Bloemendaal. Drankjes in de koeltas, lekkere snacks, chips en stokbrood binnen handbereik. En ik? Ik zat quasi-vrolijk te knagen op een wortel, met een knorrende maag. Dat lijkt stom, met al dat lekkers binnen handbereik, maar ik was net begonnen met afvallen en wist waar ik het voor deed, dus opgeven was geen optie. De diëtiste had verteld dat ik de eerste paar dagen wel honger zou hebben. Nou, dat klopte wel. Daarna was mijn maag eraan gewend zei ze. Dat klopte gelukkig ook, bleek al snel daarna.

Een stukje, een beetje: snack met mate

Of het nu aan een zwemplas is, of op het strand, of in je eigen achtertuin: niet zelden zit je aan een tafel vol met lekker eten, heerlijke borrelhapjes of komt er een dampende schaal met bittergarnituur lang in de kroeg. Kun je daar nooit meer een greep uit doen? Ja hoor, precies dat: een greep. Een stukje, een paar, een beetje, met mate. Net als die oude slogan: geniet, maar drink met mate; dat geldt ook voor de lekkere snacks. Tijdens de meetup vertel ik hoe je dat doet. Dat is echt niet alleen maar wilskracht. Op een gegeven moment wil je het niet eens meer. Echt.